Bekende boom die al vele eeuwen in cultuur is in grote delen van Europa. Groeit uit tot grote boom met brede, golvende kroon en een korte, stevige stam. Zeer dicht gesloten kroon, waardoor zware schaduw ontstaat. Volwassen exemplaren kunnen 30 m hoog worden met een breedte van ruim 20 m. Opvallend zijn de dikke twijgen van 2 cm doorsnede. Deze zijn afhangend met een opstaand twijgeinde. De tegenoverstaande bladeren kunnen een doorsnede van 20 cm krijgen. In de herfst geelbruin verkleurend. De bloeiwijze is uitbundig en wit, in 20 - 25 cm lange opstaande pluimen. Opvallend is de verkleuring van geel naar rood van de macule (vlek in de bloem). Heeft een diepgaande hoofdwortel met vele stevige vertakkingen. De rijke vruchtdracht maakt aanplant in straten minder geschikt. Strooizoutgevoelig.
