Forse boom met een aanvankelijk ronde kroon die later waaiervormig wordt. Aan de bochtige en gegaffelde stam begint de vertakking meestal laag. De takken en twijgen zijn opvallend groen en voorzien van veel licht gekleurde lenticellen. Bij breuk verspreiden ze een onaangename geur. Het samengestelde blad is oneven geveerd en circa 25 cm lang, de deelblaadjes zijn elk 2 - 6 cm lang en eirond tot elliptisch. De roomwitte tot roomgele bloemen zijn circa 1,5 cm groot en staan in eindstandige pluimen die tot circa 30 cm lang kunnen worden. Pas na 10 tot 15 jaar verschijnen de eerste bloemen. Vanwege de vele nectar is de boom een prima drachtplant. De grijze peulen zijn tussen de zaden ingesnoerd en verschijnen in de herfst. Sophora japonica heeft weinig last van ziekten en aantastingen. Sophora begint pas op latere leeftijd rijk te bloeien. Eenmaal in volle bloei is de gehele boom bedekt met een overdaad aan roomwitte bloemen. In warme zomers bloeit de boom rijker.