De witte moerbei is al sinds de oudheid in Aziatische en Zuid-Europese landen in cultuur. De boom heeft vroeger een belangrijke rol in de zijderupsenteelt gespeeld. Het is een middelgrote boom die een enkele keer als forse heester wordt aangetroffen. De kroon is open en heeft een warrige vertakking. Uiteindelijk kan een breedte van meer dan 5 m worden bereikt. Het onregelmatig gevormde blad is vaak diep ingesneden en kan soms tot 20 cm lengte uitgroeien. Het is glanzend lichtgroen en voelt ruw aan. De éénhuizige boom heeft onopvallende mannelijke en vrouwelijke bloemen. De kleine vruchten lijken wat op frambozen en zijn eetbaar. Ze zijn flauw tot licht zoet van smaak. Voor een zonnige, warme en beschutte standplaats. Jonge aanplant is vorstgevoelig. Is kalkminnend en groeit op arme bodem.